Algemene Voorwaarden

Bouwend Nederland standaard

&

De Nieuwe Regeling 2011
Rechtsverhouding
opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur
DNR 2011

Algemene Voorwaarden

Algemene Voorwaarden van Onderaanneming 2016 (AVvO 2016)

Behorende bij de modelovereenkomst van onderaanneming  en de Modelovereenkomst voor de inzet onderaannemers zonder personeel in de Bouw & Infra

Vastgesteld door Bouwend Nederland in 2016

 

Artikel 1: De overeenkomst en voorwaarden
  1. De overeenkomst wordt schriftelijk gesloten. De overeenkomst vermeldt de toepasselijkheid van de AVvO2016 (hierna te noemen ‘deze voorwaarden’).
  2. Daar waar in de overeenkomst en deze voorwaarden wordt gesproken van ‘schriftelijk’ dient daar mede onder te worden verstaan ‘langs elektronische weg’.
  3. Waar in deze voorwaarden wordt gesproken over ‘onderaannemer’ kan daarmee ook worden bedoeld (indien van toepassing) de ‘ZZP’er’.
Artikel 2: Wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege
  1. Onderaannemer wordt geacht bekend te zijn met de voor de uitvoering van het werk van belang zijnde wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, voor zover deze op de dag van de prijsaanbieding in werking zijn getreden. De aan de naleving van deze voorschriften en beschikkingen verbonden gevolgen zijn voor zijn rekening.
  2. De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege, die na de dag van de prijsaanbieding in werking treden, komen voor rekening van aannemer, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat onderaannemer die gevolgen reeds op de dag van de prijsaanbieding had kunnen voorzien.
Artikel 3: Specifieke bepalingen betreffende onderaanneming
  1. Onderaannemer verstrekt voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst:
    1. een kopie van een recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de onderneming;
    2. zijn btw-identificatienummer en (indien van toepassing) loonheffingennummer;
    3. een recente ‘Verklaring betalingsgedrag keten- en inlenersaansprakelijkheid’ (niet ouder dan één maand);
  2. Onderaannemer is gehouden zijn wettelijke verplichtingen tot afdracht loonbelasting en sociale premies, voor zover direct en indirect verband houdend met het aan hem opgedragen werk, na te komen.
  3. Voor aanvang van de werkzaamheden verstrekt onderaannemer een overzicht van de werknemers die op het werk worden ingezet met vermelding van hun volledige namen, geboortedatum en nationaliteit. Van arbeidskrachten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) dient ook een kopie van het geldige identiteitsbewijs en een kopie van de geldige verblijfs- en tewerkstellingsvergunning te zijn bijgevoegd.
  4. In de overeenkomst is vermeld of onderaannemer een mandagenregister bijhoudt. Een mandagenregister dient volledig te worden ingevuld en bevat tenminste de volgende gegevens:
    1. NAW-gegevens onderaannemer;
    2. NAW-gegevens aannemer;
    3. datum;
    4. project-/werknummer;
    5. nummer/kenmerk van de overeenkomst van onderaanneming;
    6. projectnaam en plaats;
    7. volledige namen en voorletters van de werknemer van de onderaannemer;
    8. weeknummer;
    9. aantal gewerkte uren per werknemer inclusief begin- en eindtijd.
  5. Het mandagenregister dient te worden ondertekend door onderaannemer, waarmee deze tevens verklaart dat:
    1. de werknemers op voorgeschreven wijze in de administratie van de onderaannemer worden verwerkt;
    2. de werkelijk betaalde lonen van de werknemers in overeenstemming zijn met de vereisten op grond van de Wet Minimumloon (WML) en de van toepassing zijnde cao;
    3. voor deze werknemers de wettelijk verschuldigde premies en belastingen worden afgedragen alsmede (voor zover van toepassing) de premies vanuit de van toepassing zijnde cao;
    4. door onderaannemer geen andere werknemers of door hem ingeleende werknemers op dit project worden ingezet, tenzij vooraf schriftelijke toestemming van aannemer is verkregen.
  6. Een mandagenregister dient wekelijks ter goedkeuring aan aannemer te worden voorgelegd. Aannemer is te allen tijde bevoegd om de juistheid van het mandagenregister te controleren.
  7. Aannemer heeft overeenkomstig het bepaalde in de ‘Uitvoeringsregeling verplicht gebruik BSN’, de bevoegdheid om het BSN van iedere persoon die vanwege onderaannemer werkzaamheden op de bouwplaats verricht te verzamelen en te bewaren. Deze personen dienen zich op eerste verzoek van aannemer te legitimeren door het tonen van een geldig identiteitsbewijs waarop de nationaliteit en (indien van toepassing) de verblijfsstatus is vermeld. Van dit document zal aannemer het BSN, het soort identiteitsbewijs, het nummer en de geldigheidsduur van de personen overnemen, evenals de voorletters, achternaam, geboortedatum en nationaliteit.
  8. Aannemer heeft het recht de ter zake van het aan onderaannemer opgedragen werk verschuldigde loonbelasting en sociale premies, waarvoor hij ingevolge de Wet Ketenaansprakelijkheid hoofdelijk aansprakelijk is, aan de onderaannemer te voldoen door storting op diens geblokkeerde rekening (g-rekening).
  9. Indien aannemer redelijkerwijs tot het oordeel kan komen dat door onderaannemer ter zake van het aan hem opgedragen werk een hoger percentage aan loonbelasting en sociale premies verschuldigd zal zijn dan het percentage dat in de overeenkomst is vastgesteld, kan aannemer het op de g-rekening te storten percentage wijzigen.
  10. Indien de onderaannemer personen tewerkstelt die niet voldoen aan de vereisten van dit artikel, is aannemer gerechtigd deze personen met onmiddellijke ingang de toegang tot het werk te ontzeggen. Schade, gevolgschade daaronder begrepen, die aannemer hierdoor lijdt, komt voor rekening van onderaannemer.
Artikel 4: Verplichtingen van aannemer
  1. Tenzij anders is overeengekomen zorgt aannemer ervoor dat onderaannemer tijdig kan beschikken:
    1. over de voor de opzet van het werk benodigde gegevens en publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen;
    2. over het gebouw, het terrein of het water waarin of waarop het werk moet worden uitgevoerd;
    3. over voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van bouwstoffen en hulpmiddelen;
    4. over aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting, verwarming, gas, perslucht en water.
  2. De voor de uitvoering van het werk benodigde elektriciteit, gas en water zijn voor rekening van onderaannemer tenzij anders overeengekomen.
Artikel 5: Verplichtingen van onderaannemer
  1. Onderaannemer is verplicht het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren. Hij dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan personen, goederen of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt.
  2. De uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk binnen de overeengekomen termijn verzekerd is.
  3. Indien de aard van het werk hiertoe aanleiding geeft, stelt onderaannemer zich voor aanvang van het werk op de hoogte van de ligging van kabels en leidingen en de locatie waar het werk zal worden uitgevoerd.
  4. Onderaannemer is verplicht aannemer te wijzen op onvolkomenheden in door of namens aannemer voorgeschreven constructies en werkwijzen en in door of namens aannemer gegeven orders en aanwijzingen, alsmede op gebreken in door aannemer ter beschikking gestelde of voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover de onderaannemer deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen.
  5. Het is onderaannemer niet toegestaan vanaf het tot stand komen van de overeenkomst van onderaanneming aan opdrachtgever van aannemer prijsaanbiedingen te doen voor werk dat te beschouwen is als een uitbreiding of wijziging van het werk van aannemer, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van aannemer.
  6. Onderaannemer mag het werk niet geheel of ten dele aan een ander overdragen, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van aannemer.
  7. Zonder schriftelijke toestemming van aannemer is het onderaannemer niet toegestaan om het werk geheel of ten dele in onderaanneming uit te besteden aan derden of werknemers in te lenen. De toestemming zal niet mogen worden onthouden op oneigenlijke gronden. In het geval waarin aannemer toestemming verleent, is onderaannemer gehouden de bepalingen waaronder de overeenkomst van onderaanneming is aangegaan van toepassing te verklaren op de rechtsverhouding tussen onderaannemer en de door hem ingeschakelde derde. Ook bij inschakeling van derden blijft onderaannemer jegens de aannemer ten volle verantwoordelijk voor het werk.
  8. Onderaannemer dient zich bij uitvoering van deze overeenkomst te houden aan geldende wet- en regelgeving, de van toepassing zijnde cao en de afspraken die zij heeft gemaakt in individuele arbeidsovereenkomsten. Onderaannemer dient, met in achtneming van het bepaalde in het vorige lid, bij inschakeling van onderaannemers of ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking stellen, te bedingen dat zij gehouden zijn tot naleving van de geldende wet- en regelgeving, de van toepassing zijnde cao en alle afspraken die gemaakt zijn in de individuele arbeidsovereenkomsten. Hij bedingt tevens dat ook deze partijen vervolgens bedoelde verplichtingen onverkort opleggen aan alle partijen met wie zij op hun beurt contracten aangaan.
  9. Onderaannemer legt alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken ten behoeve van de uitvoering van het werk op een inzichtelijke en toegankelijke wijze vast.
  10. Onderaannemer verschaft desgevraagd en onverwijld aan bevoegde instanties toegang tot deze arbeidsvoorwaardelijke afspraken en werkt mee aan controles, audits of loonvalidatie.
  11. Onderaannemer verschaft desgevraagd en onverwijld aan aannemer toegang tot de in het vorige lid genoemde arbeidsvoorwaardelijke afspraken indien aannemer dit noodzakelijk acht in verband met het voorkomen van of de behandeling van een loonvordering aangaande verrichte arbeid ten behoeve van de uitvoering van het werk.
  12. Onderaannemer kan alleen een deel van het werk verder uitbesteden aan een ZZP-er wanneer dit geschiedt conform een goedgekeurde modelovereenkomst van onderaanneming van de Belastingdienst. Wanneer onderaannemer valt onder de werkingssfeer van de Cao Bouw & Infra dan dient de “Modelovereenkomst Bouw & Infra voor de inzet van ZZP-ers” te worden gebruikt. Onderaannemer ziet erop toe dat de feitelijke situatie en omstandigheden waaronder wordt gewerkt overeenkomen met de afspraken in de gehanteerde modelovereenkomst.
  13. Onderaannemer houdt zich te allen tijde aan de Arbowet en –regelgeving, het V&G-plan, en aan de van toepassing zijnde bouwplaatsregels van de aannemer. Onderaannemer informeert zijn werknemers en ingeschakelde hulppersonen over deze regels.
  14. Tenzij partijen anders zijn overeengekomen draagt onderaannemer zorg voor:
    1. alle voor de uitvoering noodzakelijke zaken, zoals: opslagterrein/afsluitbare ruimten, horizontaal transport, verticaal transport, hulpmiddelen, hulpwerken, aansluitpunten nutsvoorzieningen;
    2. het verwijderen van afval dat ontstaat bij de uitvoering van het aan de onderaannemer opgedragen werk;
    3. voor de vervaardiging van (werk)tekeningen met betrekking tot het aan de onderaannemer opgedragen werk;
    4. het verrichten van maatvoering.
  15. Indien onderaannemer weekrapporten dient te verzorgen, worden hierin onder meer aantekeningen opgenomen betreffende:
    1. de vordering en de stand van het werk;
    2. wijzigingen in de opdracht;
    3. de gewerkte uren;
    4. onwerkbaar weer;
    5. de aan- en afvoer van bouwstoffen;
    6. de aan- en afvoer van hulpmiddelen.
Artikel 6: Meer en minder werk
  1. In geval van door aannemer gewenste wijzigingen van de overeenkomst dan wel van de voorwaarden van uitvoering kan onderaannemer slechts dan een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij aannemer tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij aannemer die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen.
  2. Wijzigingen van de overeenkomst dan wel van de voorwaarden van uitvoering zullen – behoudens spoedeisende omstandigheden schriftelijk worden overeengekomen.
Artikel 7: Facturen, eindafrekening, betaling en opschorting
  1. Indien betaling in termijnen is overeengekomen, zendt onderaannemer telkens bij of na het verschijnen van een betalingstermijn de desbetreffende termijnfactuur aan aannemer toe.
  2. Een door onderaannemer in te dienen factuur dient te voldoen aan de eisen die de Wet op de Omzetbelasting daaraan stelt.
  3. Indien in de overeenkomst is bepaald dat aan een factuur een document dient te zijn gehecht waaruit blijkt dat de gefactureerde prestatie is geleverd, dient aannemer tot afgifte van dat document over te gaan uiterlijk vier dagen nadat bij een opneming ter gelegenheid van het verschijnen van een termijn is geconstateerd dat de desbetreffende prestatie is geleverd.
  4. Onderaannemer dient uiterlijk twee weken na de dag waarop het werk gereed is zijn eindafrekening bij de aannemer in te dienen.
  5. Indien het uitgevoerde werk niet voldoet aan de overeenkomst heeft aannemer het recht de betaling geheel of gedeeltelijk op te schorten. Het met de opschorting gemoeide bedrag dient in redelijke verhouding te staan tot de tekortkoming. Aannemer meldt schriftelijk de opschorting en de reden daarvan aan onderaannemer.
Artikel 8: Overdraagbaarheid en verrekening
  1. De overdraagbaarheid van vorderingen die betrekking hebben op het in de aanneemsom begrepen bedrag aan loonbelasting en sociale premies, en waarvoor aannemer ingevolge de Wet Ketenaansprakelijkheid aansprakelijk is, en de overige bevoegdheid deze vordering te bezwaren en/of te vervreemden is – ook in goederenrechtelijke zin – uitgesloten als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW.
  2. Indien aan aannemer uit hoofde van het overtreden of niet naleven van wet- en regelgeving een naheffing, sanctie en/of boete wordt opgelegd, die is/zijn terug te voeren op een overtreding of niet naleving door onderaannemer, is aannemer gerechtigd de daaruit voortvloeiende schade op onderaannemer te verhalen dan wel deze schade te verrekenen met opeisbare vorderingen van onderaannemer. Als schade wordt onder meer aangemerkt: bestuursrechtelijke boetes en dwangsommen alsmede schade als gevolg van stilleging van het werk. Van een verrekening geeft aannemer schriftelijk kennis aan onderaannemer.
Artikel 9: Gereed zijn en oplevering van het werk en onderhoudstermijn
  1. Een redelijke termijn voor de dag waarop het werk naar de mening van onderaannemer gereed zal zijn, nodigt hij aannemer schriftelijk uit om tot opneming van het werk over te gaan. De opneming vindt zo spoedig mogelijk plaats doch uiterlijk binnen acht dagen na de hiervoor bedoelde dag. De opneming geschiedt door aannemer en onderaannemer gezamenlijk. Indien het werk gereed is, leggen partijen dit schriftelijk vast, met vermelding van gezamenlijk geconstateerde tekortkomingen. Deze tekortkomingen zullen door onderaannemer zo spoedig mogelijk worden hersteld.
  2. Het werk geldt als opgeleverd op het tijdstip waarop het werk tussen aannemer en diens opdrachtgever als opgeleverd geldt. Aannemer zal onderaannemer schriftelijk in kennis stellen van de laatstbedoelde oplevering onder opgave van vastgestelde tekortkomingen in het werk. Deze tekortkomingen worden door onderaannemer zo spoedig mogelijk hersteld.
  3. Indien na het tijdstip waarop het werk gereed is, schade aan het werk ontstaat ten gevolge van ingebruikneming daarvan door aannemer, daaronder begrepen het geval dat aannemer het werk aan derden met het oog op de verdere uitvoering ter beschikking stelt of aan die derden toegang tot het werk verleent, is die schade niet voor rekening van onderaannemer.
  4. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is het werk voor risico van aannemer.
  5. De duur van de onderhoudstermijn leggen partijen vast in de overeenkomst.
Artikel 10: Uitvoeringsduur, verlenging, en gefixeerde schadevergoeding wegens te laat gereed zijn van het werk
  1. Aannemer zorgt er voor dat onderaannemer zijn werkzaamheden kan aanvangen op de in de overeenkomst bepaalde dag.
  2. Indien het niet mogelijk is dat onderaannemer op de in de overeenkomst bepaalde dag zijn werkzaamheden aanvangt, is aannemer verplicht onderaannemer zo tijdig mogelijk, doch uiterlijk vijf werkdagen, of zoveel werkdagen als door partijen is overeengekomen, voor de overeengekomen aanvangsdatum schriftelijk te waarschuwen.
  3. Indien onderaannemer niet in staat is op de in de overeenkomst bepaalde dag zijn werkzaamheden aan te vangen, is hij verplicht aannemer zo vroeg mogelijk, doch uiterlijk vijf werkdagen, of zoveel werkdagen als door partijen is overeengekomen, voor de overeengekomen aanvangsdatum schriftelijk te waarschuwen.
  4. De onderaannemer heeft recht op verlenging van de uitvoeringstermijn wanneer door overmacht, door voor rekening van aannemer komende omstandigheden, of door wijziging in de overeenkomst dan wel in de voorwaarden van de uitvoering, niet van onderaannemer kan worden gevergd dat het aan hem opgedragen werk binnen de in de overeenkomst bepaalde termijn gereed is.
  5. Indien de aanvang of de voortgang van het aan onderaannemer opgedragen werk wordt vertraagd door voor rekening van aannemer komende omstandigheden, dient de daaruit voor onderaannemer voortvloeiende schade door aannemer te worden vergoed.
  6. Indien de aanvang of de voortgang van het aan onderaannemer opgedragen werk wordt vertraagd door voor rekening van onderaannemer komende omstandigheden, dient de daaruit voor aannemer voortvloeiende schade, niet zijnde schade wegens overschrijding van de uitvoeringstermijn, door onderaannemer te worden vergoed.
  7. Bij overschrijding van de uitvoeringstermijn is onderaannemer aan aannemer een direct opeisbare gefixeerde schadevergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding leggen partijen vast in de overeenkomst, bij gebreke waarvan de regeling geldt zoals vastgelegd in de voorwaarden tussen aannemer en diens opdrachtgever. In geval die laatstgenoemde regeling ontbreekt, bedraagt deze vergoeding € 60,00 per kalenderdag. Aannemer is gerechtigd de gefixeerde schadevergoeding te verrekenen met al hetgeen hij aan onderaannemer is verschuldigd.
  8. De gefixeerde schadevergoeding wordt verbeurd enkel ten gevolge van het verschijnen van de bepaalde dag. Een nadere ingebrekestelling is niet vereist.
Artikel 11: In gebreke blijven van aannemer
  1. Indien aannemer met de betaling van hetgeen hij ingevolge de overeenkomst aan onderaannemer verschuldigd is in gebreke blijft, is hij daarover met ingang van de vervaldag de wettelijke rente ex art. 6:119 BW verschuldigd.
  2. Indien aannemer niet tijdig betaalt, is onderaannemer gerechtigd tot invordering van het verschuldigde over te gaan, mits hij aannemer schriftelijk heeft aangemaand om alsnog binnen 14 dagen te betalen en die betaling is uitgebleven. Indien onderaannemer tot invordering overgaat, zijn de daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten voor rekening van aannemer, mits de hoogte hiervan in de aanmaning is vermeld. Onderaannemer is gerechtigd hiervoor in rekening te brengen het bedrag berekend overeenkomstig het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Artikel 12: In gebreke blijven van onderaannemer
  1. Indien onderaannemer enige op hem rustende verplichting niet nakomt, of aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat onderaannemer enige op hem rustende verplichting niet zal nakomen, is aannemer gerechtigd, zulks naar zijn keuze:
    1. genoegzame zekerheid van onderaannemer te verlangen, ofwel
    2. de overeenkomst zonder nadere ingebrekestelling te ontbinden. Ontbinding is slechts mogelijk indien aannemer onderaannemer vooraf schriftelijk op dit gevolg van het niet nakomen heeft gewezen. Het in de vorige zin bepaalde laat onverlet het recht van aannemer op vergoeding van schade, kosten en rente.
  2. Indien onderaannemer zijn verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het werk niet nakomt en aannemer hem in verband daarmee wenst aan te manen, zal aannemer hem schriftelijk aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het werk aan te vangen of voort te zetten.
  3. Aannemer is bevoegd het werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien de onderaannemer na verloop van de in de aanmaning vermelde termijn in gebreke blijft, en onder voorwaarde dat aannemer zulks in de aanmaning heeft vermeld. In dat geval heeft aannemer recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van onderaannemer voortvloeiende schade en kosten.
  4. Aannemer zorgt ervoor, dat de kosten, die voor onderaannemer voortvloeien uit de toepassing van het vorige lid, binnen redelijke grenzen blijven.
Artikel 13: Schorsing, beëindiging van het werk in onvoltooide staat en opzegging
  1. Aannemer is bevoegd de uitvoering van het werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. Voorzieningen die onderaannemer ten gevolge van de schorsing moet treffen, en schade die onderaannemer ten gevolge van de schorsing lijdt, worden aan onderaannemer vergoed.
  2. Indien gedurende de schorsing schade aan het werk ontstaat, komt deze niet voor de rekening van onderaannemer, mits hij aannemer tevoren schriftelijk heeft gewezen op dit aan de schorsing verbonden gevolg.
  3. Indien de schorsing langer dan 14 dagen duurt, kan onderaannemer bovendien vorderen, dat hem een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het werk wordt gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met op het werk aangevoerde, nog niet verwerkte maar wel reeds door onderaannemer betaalde,
  4. Indien de schorsing van het werk langer dan een maand duurt, is onderaannemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. In dat geval dient overeenkomstig het volgende lid te worden afgerekend.
  5. Aannemer is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Onderaannemer heeft in dat geval recht op de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten.
  6. Onderaannemer zendt aannemer een gespecificeerde eindafrekening, zonodig vergezeld van achterliggende stukken, van hetgeen de aannemer ingevolge de beëindiging van het werk in onvoltooide staat verschuldigd is.
Artikel 14: Ontbinding
  1. Onverminderd de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst op grond van de wet, hebben aannemer en onderaannemer het recht de overeenkomst van onderaanneming geheel of gedeeltelijk te ontbinden:
    1. indien de wederpartij de bedrijfsuitoefening staakt, een aanvraag tot surséance van betaling indient of in staat van faillissement wordt verklaard;
    2. indien het door de opdrachtgever aan de aannemer opgedragen werk, welke mede het aan de onderaannemer opgedragen werk omvat, in onvoltooide staat wordt beëindigd;
    3. indien de overeenkomst tussen aannemer en diens opdrachtgever, welke mede het aan de onderaannemer opgedragen werk omvat, wordt ontbonden of opgezegd.

 

Artikel 15: Aansprakelijkheid

Artikel 15.1: Aansprakelijkheid voor oplevering

  1. Met in achtneming van het bepaalde in art. 9 lid 3 van deze voorwaarden, zijn het werk en de uitvoering daarvan voor verantwoordelijkheid van onderaannemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd.
  2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet, en met in achtneming van het bepaalde in art. 9 lid 3 van deze voorwaarden, is onderaannemer aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan onderaannemer in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen.
  3. Onderaannemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van aannemer voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van onderaannemer, zijn eigen of ingeleende arbeidskrachten, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.
  4. Onderaannemer vrijwaart aannemer tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de onderaannemer, zijn eigen of ingeleende arbeidskrachten, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.

Artikel 15.2: Aansprakelijkheid na oplevering

  1. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is onderaannemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
  2. Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering indien sprake is van een gebrek:
    1. dat in de onderhoudstermijn aan de dag is getreden en dat redelijkerwijs niet bij oplevering door aannemer onderkend had kunnen worden, tenzij onderaannemer aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moet worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan aannemer kan worden toegerekend;
    2. dat na afloop van de onderhoudstermijn aan de dag is getreden, dat redelijkerwijs niet bij oplevering door aannemer onderkend had kunnen worden, en waarvan aannemer aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moet worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan onderaannemer kan worden toegerekend.
  3. Voor wat betreft de duur van de aansprakelijkheid geldt hetgeen daarover tussen aannemer en diens opdrachtgever is overeengekomen.

Artikel 15.3: Overige bepalingen

  1. In de gevallen als voorzien in art. 15.2 van deze voorwaarden dient aannemer onderaannemer binnen redelijke termijn na ontdekking van het gebrek mededeling te doen en onderaannemer de gelegenheid te geven het gebrek te herstellen.
  2. Indien de kosten van herstel van een gebrek niet in redelijke verhouding staan tot het belang van aannemer bij herstel, mag onderaannemer in plaats van herstel volstaan met het betalen van een redelijke schadevergoeding.
Artikel 16: Garantie(s)
  1. In de overeenkomst zijn de door onderaannemer te verstrekken garantie(s) omschreven.
  2. Garantie-aanspraken van aannemer laten diens (rechts)vorderingen uit hoofde van art. 15 van deze voorwaarden onverlet.
  3. Indien door een derde aan onderaannemer een verdergaande garantie is verstrekt dan die welke door onderaannemer aan aannemer is verstrekt, wordt de door onderaannemer verstrekte garantie geacht die verdergaande garantie te omvatten. Onderaannemer is verplicht aannemer hiervan schriftelijk in kennis te stellen.
Artikel 17: Levering c.p.
  1. De door onderaannemer in het kader van de uitvoering van de overeenkomst te leveren zaken waarover aannemer niet de feitelijke macht heeft, geschiedt door bezitsverschaffing conform het bepaalde in art. 3:115 sub a BW. De daartoe benodigde tweezijdige verklaring van onderaannemer en aannemer wordt afgelegd door ondertekening van de overeenkomst van onderaanneming.
  2. Onderaannemer is gehouden om de zaken die hij in het kader van de uitvoering van de overeenkomst met aannemer onder zich heeft, of door een derde namens onderaannemer worden gehouden, zodanig af te scheiden en afgescheiden te houden, dat deze zaken op ieder moment individualiseerbaar zijn als zaken die door onderaannemer voor aannemer worden gehouden.
Artikel 18: Toepasselijk recht 

Op de overeenkomst van onderaanneming en  overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, is Nederlands recht van toepassing.

Algemene Voorwaarden

De Nieuwe Regeling 2011
Rechtsverhouding
opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur
DNR 2011

De Nieuwe Regeling 2011

Rechtsverhouding opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur DNR 2011

N  L  ingenieurs
 
B  N  A

 
 

 


De Nieuwe Regeling 2011
 

Rechtsverhouding opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur DNR 2011

Eerste herziening, juli 2013

BNA

Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

NLingenieurs

Branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus

 
 
 

 
 

 


BNA

Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Jollemanhof 14

Postbus 19606

1000 GP Amsterdam

T 020 555 36 66

bna@bna.nl www.bna.nl

NLingenieurs

Branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus

Casuariestraat 11

Postbus 30442 2500 GK Den Haag T 070 314 18 68

info@NLingenieurs.nl www.NLingenieurs.nl

De DNR 2011 is de herziene versie van de DNR 2005. De DNR 2011 komt daarmee in de plaats van de DNR 2005. Bij de regeling hoort een Toelichting en een Model Basisopdracht. Deze zijn separaat verkrijgbaar.

In deze eerste herziening (juli 2013) is artikel 56 aangepast.

De Nieuwe Regeling 2011
 

Rechtsverhouding opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur DNR 2011

Eerste herziening, juli 2013

 
 

 


Inhoud
 

Hoofdstuk 1                             Artikel 1

Begripsbepalingen       Begripsbepalingen 11
 

Hoofdstuk 2                             Artikel 2

Algemene bepalingen omtrent                                   De opdracht 12
de opdracht                             Artikel 3

Vooronderzoek 13
Artikel 4

Vastlegging van de opdracht 13
 

Hoofdstuk 3                             Artikel 5

Bijzondere bepalingen omtrent         Werkzaamheden door anderen 14
de opdracht                             Artikel 6

Aanstellen van meer dan een adviseur 14 Artikel 7

De adviseur als gemachtigde van de opdrachtgever 14 Artikel 8
Esthetische waarde 14

Hoofdstuk 4                             Artikel 9

Aanpassingen en wijzigingen                Aanpassingen van de opdracht 15
Artikel 10

Onvoorziene omstandigheden 15
 

Hoofdstuk 5                             Artikel 11

Algemene verplichtingen                      Algemene verplichtingen van de adviseur 16
van partijen                             Artikel 12

Algemene verplichtingen van de opdrachtgever 17
 

Hoofdstuk 6                             Artikel 13

Aansprakelijkheid van Aansprakelijkheid van de adviseur voor toerekenbare de adviseur tekortkomingen 19
Artikel 14

Schadevergoeding 19
Artikel 15

Omvang van de schadevergoeding 20 Artikel 16

Aansprakelijkheidsduur en vervaltermijnen 20 Artikel 17

Overige bepalingen verband houdende met schadevergoeding 21 Artikel 18
Opdrachtgever is consument 21

Hoofdstuk 7                             Artikel 19

Vertraging, onderbreking en                     Vertraging en onderbreking van de opdracht 22
gevolgen daarvan                             Artikel 20

Gevolgen van vertraging of onderbreking van de opdracht 22
 

Hoofdstuk 8                             Artikel 21

Bepalingen van toepassing op                             Wijze van opzeggen 23
de opzegging van de opdracht                             Artikel 22

Limitatieve regeling opzeggingsgronden 23 Artikel 23

Algemene verplichtingen van partijen na opzegging van de opdracht 23

 
 

 


Hoofdstuk 9                             Artikel 24

Opzegging van de opdracht Opzegging van de opdracht zonder grond 24 Artikel 25
Gronden voor opzegging van de opdracht 24 Artikel 26

Vertraging en onderbreking 24 Artikel 27

Toerekenbaar tekortkomen 24
Artikel 28

Overmacht 24
Artikel 29

Onvermogen 24
Artikel 30

Wijziging rechts- of samenwerkingsvorm 25 Artikel 31

Overlijden 25
Artikel 32

Arbeidsongeschikt raken van een bepaalde persoon 25
 

Hoofdstuk 10                             Artikel 33

Gevolgen van de opzegging van Betalingsverplichting na opzegging zonder grond door de opdracht      de opdrachtgever 26
Artikel 34

Rechten op het advies na opzegging zonder grond door de opdrachtgever 26
Artikel 35

Betalingsverplichting na opzegging zonder grond door de adviseur 26
Artikel 36

Rechten op het advies na opzegging zonder grond door de adviseur 27
Artikel 37

Betalingsverplichting na opzegging door de opdrachtgever op een grond gelegen bij de adviseur 27
Artikel 38

Rechten op het advies na opzegging door de opdrachtgever op een grond gelegen bij de adviseur 28
Artikel 39

Betalingsverplichting na opzegging door de opdrachtgever op een grond gelegen bij de opdrachtgever 28
Artikel 40

Rechten op het advies na opzegging door de opdrachtgever op een grond gelegen bij de opdrachtgever 28
Artikel 41

Betalingsverplichting na opzegging door de adviseur op een grond gelegen bij de opdrachtgever 29
Artikel 42

Rechten op het advies na opzegging door de adviseur op een grond gelegen bij de opdrachtgever 29
Artikel 43

Betalingsverplichting na opzegging door de adviseur op een grond gelegen bij de adviseur 29
Artikel 44

Rechten op het advies na opzegging door de adviseur op een grond gelegen bij de adviseur 30

 
 
 

 


Hoofdstuk 11                             Artikel 45

Eigendom en gebruik van                      Eigendom van documenten 31
documenten – rechten van                             Artikel 46

de adviseur op het advies                         Rechten van de adviseur op het advies 31
Artikel 47

De uitvoering van het object 32 Artikel 48

Recht van herhaling van het advies 32
 

Hoofdstuk 12                             Artikel 49

Financiële bepalingen Algemene bepalingen 33 Artikel 50

Advieskosten 33
Artikel 51

Bepaling van advieskosten 34 Artikel 52

Berekening als een percentage van de uitvoeringskosten 34 Artikel 53
Berekening op grondslag van bestede tijd 35 Artikel 54

Vaststelling vast bedrag 35 Artikel 55

Advieskosten in geval van aanpassingen en wijzigingen 35 Artikel 56
Betaling van advieskosten 36

Hoofdstuk 13                             Artikel 57

Toepasselijk recht, geschillen en                  Toepasselijk recht 37
vaststelling                             Artikel 58

Geschillen 37
Artikel 59

Vaststelling en depot 37


10

1 Begripsbepalingen
 

Artikel 1                           Verstaan wordt onder:

Begripsbepalingen                             advies
het resultaat van de werkzaamheden van de adviseur;

advieskosten
het honorarium en de kosten, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

adviseur
de partij die de opdracht aanvaardt;

architect
in het kader van deze regeling genoemd adviseur;

consument
een natuurlijke persoon, die te dezen niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf;

derden-adviseurs
adviseurs, die geen partij zijn bij de opdracht opgedragen aan de adviseur;

deze regeling
Rechtsverhouding opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur DNR 2011;

detacheren
het ter beschikking stellen van een of meer natuurlijke personen aan een opdrachtgever teneinde onder diens leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten;

documenten
informatiedragers in welke vorm dan ook;

fase
een afgebakend stadium met een gedefinieerd en toetsbaar resultaat;

honorarium
de vergoeding die de adviseur toekomt voor diens werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

ingenieur
in het kader van deze regeling genoemd adviseur;

kosten
toezichtskosten en bijkomende kosten, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

object
het in het kader van het project uit te voeren product van stoffelijke aard;

opdracht
de overeenkomst tussen opdrachtgever en adviseur;

opdrachtgever
de partij die de opdracht verleent;

participant
elke deelnemer aan het project, onder wie opdrachtgever, adviseur, derden- adviseurs en zij die het object uitvoeren;

project
het geheel van activiteiten, waaronder de aan de adviseur opgedragen werkzaam- heden, gericht op de totstandbrenging van hetgeen de opdrachtgever beoogt; rechten van de adviseur

rechten die de adviseur uit hoofde van wetgeving en/of de opdracht op het advies toekomen;

toerekenbare tekortkoming
een tekortkoming die te wijten is aan schuld, of krachtens wet, rechtshandeling of volgens in het verkeer geldende opvattingen, voor rekening van de schul- denaar komt. Onder in het verkeer geldende opvattingen wordt verstaan: een tekortkoming die een goed en zorgvuldig handelend adviseur of opdrachtgever onder de betreffende omstandigheden en met inachtneming van normale oplet- tendheid – en waar het de adviseur betreft: met de voor de opdracht vereiste vakkennis en middelen uitgerust – had kunnen en behoren te vermijden; uitvoeringskosten

de kosten van het uitvoeren van het object door de uitvoerende partijen, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

werk
ontwerpen, schetsen, plastische werken, uitvindingen en dergelijke in de zin van de Auteurswet 1912 en/of Rijkswet houdende regels met betrekking tot octrooi.

2 Algemene bepalingen omtrent de opdracht
Artikel 2                         1

De opdracht De opdracht omvat al hetgeen tussen opdrachtgever en adviseur is overeengekomen.

2

De adviseur stelt deze regeling zo spoedig mogelijk ter hand aan de mogelijke opdrachtgever doch doet dit uiterlijk ter gelegenheid van het ter kennis brengen van het schriftelijk concept van de opdracht.

3

Voorafgaand aan de totstandkoming van de opdracht overleggen partijen, voor zover op dat moment mogelijk en voor zover relevant, betreffende: 3a

de inhoud en omvang van de door de adviseur te verrichten werkzaamheden; 3b

het ter beschikking stellen van gegevens, waaronder een programma van eisen, door of namens de opdrachtgever aan de adviseur en, indien gegevens door de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld, om welke gegevens het gaat en wanneer zij ter beschikking gesteld zullen worden;

3c

aan welke derden-adviseurs de opdrachtgever opdracht verleent en de door dezen te verrichten werkzaamheden;

3d

het tijdsschema waarbinnen de adviseur (delen van) de opdracht vervult; 3e

de eventuele fasering van de uitvoering van de opdracht; 3f

het eventuele optreden van de adviseur als gemachtigde van de opdrachtgever, de duur daarvan alsmede de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid; 3g

het aanwijzen van een natuurlijke persoon, die de opdrachtgever met betrekking tot de opdracht vertegenwoordigt alsmede de omvang van diens vertegenwoordigingsbevoegdheid;

3h

de vraag met welke bijzondere publiek- en privaatrechtelijke regelgeving rekening gehouden dient te worden en welke verplichtingen de adviseur in dit verband op zich neemt;

3i

de wijze waarop de kwaliteitszorg eventueel wordt geregeld; 3j

het bedrag aan uitvoeringskosten dat ten naaste bij met de uitvoering van het object gemoeid mag zijn;

3k

de wijze waarop de advieskosten van de adviseur worden bepaald en welk gedeelte daarvan aan afzonderlijke fasen wordt toegerekend (inclusief een betalingsschema);

3l

een raming van de advieskosten uitgesplitst naar de verschillende fasen; 3m

of en zo ja hoe, tariefwijzigingen en indexeringen ten aanzien van de advieskosten worden toegepast;

3n

de aard en omvang van de bijkomende kosten; 3o

de wijze waarop, en zo nodig met welke frequentie, de informatieoverdracht en overleg tussen de adviseur en opdrachtgever alsmede eventueel tussen adviseur en derden-adviseurs plaatsvinden;

3p

de vorm en het aantal waarin documenten aan de opdrachtgever en eventueel derden worden verstrekt en onder welke voorwaarden dit plaatsvindt;


3q

de werkzaamheden, waarvoor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt afgesloten;

3r

de omvang van de schadevergoeding; 3s

welke wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119/artikel 6:119a BW overeengekomen wordt;

3t

de wijze waarop zij om zullen gaan met onderwerpen die ten tijde van de totstandkoming van de opdracht nog niet vast te stellen zijn.

Artikel 3                         1

Vooronderzoek De adviseur adviseert de opdrachtgever hem het verrichten van een vooronderzoek op te dragen:

1a

indien de opdrachtgever geen programma van eisen kan verstrekken dat voor de adviseur als voldoende duidelijk uitgangspunt kan dienen voor het aanvangen van de werkzaamheden;

1b

indien het de adviseur, mede gelet op het bepaalde in artikel 2 leden 1 tot en met 3, onvoldoende duidelijk is of vervulling van de opdracht mogelijk is;

1c

in alle andere gevallen waarin de adviseur dit met het oog op een behoor- lijke vervulling van de opdracht wenselijk acht.

2

Stemt de opdrachtgever in met het advies tot het verrichten van een vooronderzoek, dan stelt de adviseur in overleg met de opdrachtgever een schriftelijk concept van de opdracht voor een vooronderzoek op, waarbij aan de bepalingen van artikel 2 op overeenkomstige wijze toepassing wordt gegeven.

3

Stemt de opdrachtgever niet in met het advies tot het verrichten van een vooronderzoek, dan treden partijen in overleg. Bij dit overleg nemen partijen elkaars gerechtvaardigde belangen in acht.

Artikel 4                                      1

Vastlegging van de opdracht                                 Acht de adviseur, mede gelet op hetgeen volgens artikel 2 lid 3 dan wel

artikel 3 lid 2 is besproken, vervulling van de opdracht mogelijk, dan stelt hij in overleg met de opdrachtgever een schriftelijk concept van de opdracht op, waaruit blijkt wat is besproken alsmede de toepasselijkheid van deze regeling.

2

De opdracht is tot stand gekomen wanneer de adviseur het overeenkomstig het bepaalde in lid 1 van dit artikel opgestelde schriftelijk heeft bevestigd,

of een schriftelijk aanbod daartoe van de adviseur door de opdrachtgever binnen de geldigheidsduur van dit aanbod schriftelijk is aanvaard, of het opgestelde op andere wijze door partijen schriftelijk is bevestigd.

3

Het bepaalde in lid 2 laat onverlet dat het bestaan en de inhoud van de opdracht met alle middelen kunnen worden bewezen.

3 Bijzondere bepalingen omtrent de opdracht
 

Artikel 5                                   De adviseur is bevoegd werkzaamheden onder zijn leiding door anderen te

Werkzaamheden door anderen                                doen uitvoeren en ten aanzien van onderdelen ook de leiding aan anderen

over te laten, zulks onverminderd zijn verantwoordelijkheid voor de deugde- lijke nakoming van de opdracht.

Artikel 6                         1

Aanstellen van meer dan een                               Maakt de behoorlijke realisatie van het project het aanstellen van een of

adviseur meer derden-adviseurs noodzakelijk, dan gaat de opdrachtgever daartoe niet over dan na overleg met de adviseur.

2

De advieskosten van de in lid 1 bedoelde derden-adviseurs worden, tenzij anders overeengekomen, door de opdrachtgever aan dezen voldaan.

3

Indien de adviseur dient samen te werken met derden-adviseurs, dan stelt de opdrachtgever vast welke participant verantwoordelijk is voor de afstemming van de werkzaamheden van de verschillende adviseurs en welke participant verantwoordelijk is voor de besturing van het proces van de werkzaamheden van de verschillende adviseurs.

4

Schrijft de opdrachtgever de adviseur een persoon voor, van wie de adviseur bij de uitvoering van zijn verplichtingen gebruik dient te maken, dan legt de adviseur de voorwaarden waaronder hij en de voorgeschreven persoon voornemens zijn te contracteren voor aan de opdrachtgever, die deze goedkeurt en/of aanvaardt.

Artikel 7                                      1

De adviseur als gemachtigde van                                   De adviseur treedt op als gemachtigde van de opdrachtgever indien en voor

de opdrachtgever                               zover de opdrachtgever de adviseur daartoe schriftelijk heeft aangewezen.

Het ontbreken van een schriftelijke machtiging kan de adviseur niet worden tegengeworpen, indien en voor zover de adviseur bewijst dat de opdracht- gever anderszins uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven, dan wel dat het optreden als gemachtigde uit de gegeven omstandigheden of de aard van de opdracht voortvloeit.

2

De opdrachtgever zal, indien en voor zover de adviseur als gemachtigde is aangewezen, niet buiten de adviseur om orders en aanwijzingen geven aan derden die het object, waarop de opdracht betrekking heeft, uitvoe- ren of daarvoor leveranties verrichten dan wel op die uitvoering toezicht

houden. Indien de opdrachtgever in een dringend geval desondanks orders of aanwijzingen als hier bedoeld heeft gegeven, zal hij de adviseur daarvan onverwijld in kennis stellen.

Artikel 8                                    Bij de beoordeling van de juiste vervulling van de opdracht blijft de

Esthetische waarde                       esthetische waarde buiten beschouwing, hetgeen onverlet laat dat voldaan

dient te worden aan redelijke eisen.

4 Aanpassingen en wijzigingen
 

Artikel 9                         1

Aanpassingen van de opdracht                            Partijen treden met elkaar in overleg over een aanpassing van de

opdracht indien:

1a

zich wijzigingen voordoen in de uitgangspunten of andere omstandigheden die ten grondslag lagen aan de opdracht;

1b

de behoorlijke vervulling van de opdracht extra werkzaamheden vereist. Bij dit overleg nemen partijen elkaars gerechtvaardigde belangen in acht.

2

De volgende omstandigheden geven in ieder geval aanleiding de opdracht aan te passen:

–    relevante wijzigingen van (overheids)voorschriften of -beschikkingen;

–    relevante wijzigingen in het programma van eisen dan wel de oorspronkelijke opdracht;

–    door de opdrachtgever verlangde wijzigingen op, of varianten van, werkzaamheden die reeds goedgekeurd zijn, dan wel onderdeel uitmaken van een fase die reeds goedgekeurd is;

–    extra werkzaamheden die tijdens de vervulling van de opdracht noodzakelijk blijken.

3

Leidt het overleg als bedoeld in lid 1 tot een aanpassing van de opdracht, dan handelen partijen overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 2 en worden de advieskosten aangepast.

Artikel 10                                   Op verlangen van een der partijen kunnen de gevolgen van de opdracht

Onvoorziene omstandigheden                            worden gewijzigd of kan deze geheel of gedeeltelijk worden ontbonden

op grond van onvoorziene omstandigheden, welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de opdracht niet mag verwachten. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend.

5 Algemene verplichtingen van partijen
Artikel 11                       1

Algemene verplichtingen                                   De adviseur:

van de adviseur                                     1a
vergewist zich bij het aanvaarden van een opdracht over de voor de juiste vervulling daarvan noodzakelijke kennis en kunde te (kunnen) beschikken; 1b

is gehouden om alle gegevens van een opdrachtgever vertrouwelijk te houden, voor zover deze gegevens als vertrouwelijk aan de adviseur bekend zijn of voor zover de adviseur redelijkerwijze kan of behoort te weten dat deze gegevens vertrouwelijk zijn.

2

De adviseur is gehouden de opdracht goed en zorgvuldig uit te voeren, de opdrachtgever onafhankelijk in een vertrouwenspositie terzijde te staan en zijn diensten naar beste kunnen en wetenschap te verrichten. De adviseur dient alles te vermijden wat de onafhankelijkheid van het advies kan schaden.

3

De adviseur sluit een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af, waarvan de polis ten minste de dekking biedt van de door de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA en NLingenieurs Branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbu- reaus, gezamenlijk laatst vastgestelde en gepubliceerde raampolis. Op verzoek van de opdrachtgever legt de adviseur bescheiden over waaruit blijkt dat hij aan deze verzekeringsplicht heeft voldaan.

4

De adviseur houdt rekening met de voor de opdracht van belang zijnde publiek- en privaatrechtelijke regelgeving, waarvan het bestaan van algemene bekendheid onder adviseurs mag worden verondersteld.

5

De adviseur houdt de opdrachtgever op de hoogte van de uitvoering van de opdracht. De adviseur verstrekt naar beste vermogen en tijdig desgevraagd alle inlichtingen, waaronder inlichtingen omtrent de voortgang van de uitvoering van de opdracht, veranderingen van wettelijke regelgeving, of veranderingen omtrent de financiële aspecten van de opdracht, de financiële gevolgen van al dan niet noodzakelijke wijziging daarvan, alsmede inlichtingen omtrent over- eenkomsten die de adviseur ter vervulling van de opdracht met derden heeft gesloten.

6

De opdracht wordt vervuld conform het overeengekomen tijdsschema.Tenzij door partijen uitdrukkelijk anders is overeengekomen, betreffen de termijnen in het overeengekomen tijdsschema geen fatale termijnen.

7

De adviseur vangt eerst aan met een volgende fase nadat de opdrachtgever daartoe schriftelijk zijn toestemming heeft verleend. In deze toestemming wordt de goedkeuring van de werkzaamheden verricht in de voorafgaande fasen geacht te zijn begrepen, behalve voor zover de opdrachtgever zijn goed- keuring aan onderdelen van de werkzaamheden uitdrukkelijk heeft onthouden. 8

De adviseur deelt schriftelijk aan de opdrachtgever mee welke natuurlijke persoon of personen bevoegd zijn de adviseur te vertegenwoordigen, zo nodig onder vermelding van de beperkingen van zijn of hun bevoegdheid.

9

De adviseur dient bij beëindiging van de opdracht die betrekking heeft op de totstandkoming van een object, de opdrachtgever in het bezit te stellen van de door hem opgestelde documenten die van belang zijn voor het beheer en gebruik van dat object.

10

De adviseur is verplicht de opdrachtgever te waarschuwen, indien inlichtingen en/of gegevens verstrekt door of namens de opdrachtgever of beslissingen


genomen door of namens de opdrachtgever klaarblijkelijk zodanige fouten bevatten of gebreken vertonen, dat hij in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou handelen als hij zonder waarschuwing bij de vervulling van de opdracht daarop zou voortbouwen.

11

De adviseur bewaart de gegevens die op de opdracht betrekking hebben en waarvan het belang, mede gelet op de aard van de opdracht en de overige omstandigheden, zulks kennelijk vordert op een door hem te bepalen wijze gedurende een periode van vijf jaren vanaf de dag, waarop de opdracht is geëindigd. Het bepaalde in artikel 16 leden 5 tot en met 7 (aansprakelijk- heidsduur) is van overeenkomstige toepassing.

12

Desgevraagd stelt de adviseur, tegen vergoeding van de onkosten, duplicaten van de door hem ter zake van de opdracht bewaarde gegevens ter beschikking aan de opdrachtgever.

13

De adviseur is van de in lid 11 bedoelde bewaarplicht ontheven, indien hij de door hem bewaarde gegevens aan de opdrachtgever aanbiedt en deze desgevraagd aan de opdrachtgever overdraagt.

Artikel 12                       1

Algemene verplichtingen van                                   De opdrachtgever gedraagt zich jegens de adviseur als een goed en

de opdrachtgever                        zorgvuldig opdrachtgever. De opdrachtgever is gehouden om alle gegevens

van een adviseur vertrouwelijk te houden, voor zover deze gegevens als vertrouwelijk aan de opdrachtgever bekend zijn of voor zover de

opdrachtgever redelijkerwijs kan of behoort te weten dat deze gegevens vertrouwelijk zijn.

2

De opdrachtgever is verantwoordelijk voor zowel de tijdige verstrekking als de juistheid van de door of namens hem aan de adviseur verstrekte inlichtingen, gegevens en beslissingen die nodig zijn om de opdracht naar

behoren te vervullen. De opdrachtgever vrijwaart de adviseur voor aanspra- ken van derden ter zake van deze inlichtingen, gegevens en beslissingen.

3

De opdrachtgever zal documenten die de adviseur bij de vervulling van de opdracht vervaardigt, tijdig beoordelen en na goedkeuring desgevraagd waarmerken.

4

De opdrachtgever is verplicht de adviseur binnen bekwame tijd te waarschu- wen indien hij in de adviezen een tekortkoming van de adviseur daadwerke- lijk heeft opgemerkt of zich daarvan bewust geweest moet zijn.

5

De opdrachtgever deelt schriftelijk aan de adviseur mee welke natuurlijke persoon of personen bevoegd zijn de opdrachtgever te vertegenwoordigen, zo nodig onder vermelding van de beperkingen van zijn of hun bevoegdheid. 6

In geval van detachering onthoudt de opdrachtgever zich van het in dienst nemen of op andere wijze inschakelen van deze gedetacheerde personen gedurende de looptijd van de detachering en een hieraan gelijke periode direct na het einde van de detachering, met een minimum van drie maanden en een maximum van een jaar.

7

De opdrachtgever draagt zijn opdrachtgeverschap niet geheel of gedeeltelijk over aan een ander zonder toestemming van de adviseur.


8

De opdrachtgever vrijwaart de adviseur tegen aanspraken van derden, die gerelateerd zijn aan de advieswerkzaamheden verricht uit hoofde van de opdracht aan de adviseur. Dit laat onverlet de aansprakelijkheid van de adviseur jegens de opdrachtgever.

9

De opdrachtgever voldoet tijdig aan zijn betalingsverplichting.

6 Aansprakelijkheid van de adviseur
Artikel 13                       1

Aansprakelijkheid van de                           De adviseur is jegens de opdrachtgever aansprakelijk voor zijn toerekenbare adviseur voor toerekenbare  tekortkoming.Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, vindt tekortkomingen                            dit lid slechts toepassing met inachtneming van de wettelijke regeling van

verzuim van de schuldenaar. 2

Maakt de adviseur bij de vervulling van de opdracht gebruik van een andere persoon, dan is de adviseur op gelijke wijze aansprakelijk als voor zijn eigen tekortkomingen met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 lid 5.

Artikel 14                       1

Schadevergoeding                                     In geval van een toerekenbare tekortkoming is de adviseur uitsluitend

aansprakelijk voor vergoeding van de directe schade. 2

Tot de directe schade behoren in geen geval: bedrijfsschade, productieverlies, omzet- en/of winstderving, waardevermindering van producten evenmin als de kosten die met de uitvoering van het object gemoeid zouden zijn als de opdracht van de aanvang af goed zou zijn uitgevoerd.

3

De opdrachtgever is verplicht, tenzij zulks in verband met de omstandig- heden niet van hem kan worden gevergd, in goed overleg de adviseur de gelegenheid te geven binnen een redelijke termijn voor diens rekening tekortkomingen, waarvoor de adviseur aansprakelijk is, te herstellen of de uit die tekortkomingen voortvloeiende schade te beperken of op te heffen onverminderd de aansprakelijkheid van de adviseur voor schade ten gevolge van de tekortkomingen.

4

Bij de vaststelling van de schadevergoeding in geval van een overschrijding van de vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt, naast met de overige van belang zijnde feiten en omstandigheden, rekening gehouden met de mate waarin de opdrachtgever door de gevolgen van de bevoegdheidsoverschrij- ding is gebaat.

5

Indien door of namens de opdrachtgever het inschakelen van een bepaalde persoon is of wordt voorgeschreven, is de adviseur voor wat het werk van die persoon betreft jegens de opdrachtgever tot niet meer gehouden dan tot datgene, waartoe de adviseur die persoon kan houden krachtens de voorwaarden van de tussen de adviseur en de voorgeschreven persoon geldende afspraken, zoals deze door de opdrachtgever zijn aanvaard of goed- gekeurd. Indien de voorgeschreven persoon tekortschiet en de adviseur het redelijkerwijs nodige heeft gedaan om nakoming en/of schadevergoeding te verkrijgen, zal de opdrachtgever de voor de adviseur ontstane extra kosten aan hem vergoeden, voor zover deze hem niet zijn vergoed door de voor- geschreven persoon. Daartegenover zal de adviseur, op eerste verzoek van de opdrachtgever, aan deze zijn vordering op de voorgeschreven persoon cederen tot aan het door de opdrachtgever aan hem vergoede bedrag.

6

Een op grond van de voorgaande regels bepaalde schadevergoeding is niet van toepassing voor zover deze schadevergoeding in de gegeven omstandig- heden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

7

Onverminderd het in de vorige leden bepaalde is de adviseur bij opdrachten die betrekking hebben op de totstandkoming van een object alleen aanspra- kelijk voor schaden die niet zouden worden gedekt door een gebruikelijke CAR-verzekering of een vergelijkbare verzekering.


Artikel 15                       1

Omvang van de                                   De door de adviseur te vergoeden schade is naar keuze van partijen per

schadevergoeding                          opdracht beperkt tot een bedrag gelijk aan de advieskosten met een maximum

van € 1.000.000 of tot een bedrag gelijk aan driemaal de advieskosten met een maximum van € 2.500.000.

2

Indien partijen geen keus bepaalden betreffende de omvang van de door de adviseur te vergoeden schade, is deze per opdracht beperkt tot een bedrag gelijk aan de advieskosten met een maximum van € 1.000.000.

3

In aanvulling op de voorgaande twee leden geldt dat ingeval de opdrachtgever een consument is, de in die twee leden genoemde beperkingen niet lager kunnen zijn dan € 75.000.

Artikel 16                                      1

Aansprakelijkheidsduur en                                   De aansprakelijkheid van de adviseur vervalt door verloop van vijf jaren vanaf

vervaltermijnen                                    de dag waarop de opdracht door voltooiing of opzegging is geëindigd.

2

De rechtsvordering uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming vervalt en is niet ontvankelijk indien de opdrachtgever niet binnen bekwame tijd nadat hij de tekortkoming heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, schriftelijk en met redenen omkleed bij de adviseur ter zake heeft geprotesteerd.

3

De rechtsvordering uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming vervalt en is niet ontvankelijk door verloop van twee jaren na het schriftelijke en met redenen omklede protest. Indien de opdrachtgever de adviseur een termijn heeft gesteld waarbinnen deze de tekortkoming zal wegnemen, begint de

vervaltermijn eerst te lopen bij het einde van deze termijn, of zoveel eerder als de adviseur te kennen heeft gegeven de tekortkoming niet te zullen herstellen. 4

De rechtsvordering uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming vervalt in ieder geval na verloop van vijf jaren vanaf de dag waarop de opdracht door voltooiing of opzegging is geëindigd. De rechtsvordering die na deze termijn wordt ingesteld is niet ontvankelijk.

5

Indien de einddeclaratie op een eerdere dag wordt verzonden dan de dag waarop de opdracht door opzegging of voltooiing is geëindigd, geldt de eer- dere dag als dag waarop de opdracht is geëindigd.

6

Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 1 en 4 wordt voor de opdracht een object betreffende als de dag waarop de opdracht is geëindigd, aangemerkt de dag waarop het object is of wordt geacht te zijn opgeleverd, mits deze oplevering geschiedt voor de in lid 5 bedoelde dag.

7

Wordt de opdracht door een consument ontbonden, dan wordt voor toepas- sing van het bepaalde in de leden 1 en 4 als dag waarop de opdracht is geëin- digd, aangemerkt de dag waarop de ontbinding plaatsvond.

8

Indien de rechtsvordering krachtens het bepaalde in de vorige leden zou vervallen tussen het tijdstip waarop de adviseur aan de opdrachtgever heeft medegedeeld dat hij de tekortkoming zal onderzoeken of herstellen en het tijdstip waarop hij het onderzoek en de pogingen tot herstel kennelijk als beëindigd beschouwt, wordt de vervaltermijn verlengd tot zes maanden na laatstgenoemd tijdstip.


Artikel 17                       1

Overige bepalingen                                  Het recht van de opdrachtgever op schadevergoeding vermindert niet diens

verband houdende met                  verplichtingen te betalen conform de opdracht.

schadevergoeding       2
In geval dat een bij de adviseur in dienst zijnde persoon is gedetacheerd bij de opdrachtgever, is de adviseur met inachtneming van het overig in dit hoofdstuk bepaalde slechts verantwoordelijk voor het beschikbaar zijn van

deze persoon met de overeengekomen kwaliteit voor de overeengekomen periode.

3

Behoudens het bepaalde in het vorige lid is de adviseur niet aansprakelijk voor vergoeding van schade van de opdrachtgever of derden (mede) veroorzaakt door de ter beschikking gestelde persoon/personen.

4

De opdrachtgever is aansprakelijk voor, en vrijwaart de adviseur ter zake van, vorderingen tot vergoeding van schade van derden veroorzaakt door de aan de opdrachtgever ter beschikking gestelde persoon/personen.

5

Voor vergoeding van andere schade dan in dit hoofdstuk genoemd, is de adviseur slechts aansprakelijk indien en voor zover de tekortkoming te wijten is aan opzet of grove onzorgvuldigheid van de adviseur.

Artikel 18                              Indien de opdrachtgever consument is, is het bepaalde in dit hoofdstuk van

Opdrachtgever is consument             overeenkomstige toepassing tenzij het bepaalde als onredelijk bezwarend

kan worden aangemerkt.

7 Vertraging, onderbreking en gevolgen daarvan
Artikel 19                       1

Vertraging en onderbreking                                   De adviseur deelt de opdrachtgever, schriftelijk en onder vermelding van

van de opdracht                                    de oorzaak van de vertraging binnen bekwame tijd na het intreden van een

vertraging, mee per welke datum deze is ingetreden. 2

De opdrachtgever kan de adviseur gelasten de opdracht te onderbreken. De opdrachtgever is verplicht dit schriftelijk en onder vermelding van de gronden mee te delen.

Artikel 20                       1

Gevolgen van vertraging of                                   Na de in artikel 19 leden 1 en 2 omschreven mededeling treden partijen

onderbreking van de opdracht                             binnen bekwame tijd in overleg omtrent de gevolgen van de vertraging of de

onderbreking en nemen daarbij elkaars gerechtvaardigde belangen in acht. 2

Wordt de vervulling van de opdracht vertraagd of onderbroken en is dit de adviseur niet toe te rekenen, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur aan deze te vergoeden, berekend naar de stand van de werkzaamheden ten tijde van de mededeling bedoeld in artikel 19 leden 1 en 2:

2a

het honorarium;

2b

de bijkomende kosten; 2c

de toezichtskosten;

2d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit verplichtingen die de adviseur reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.

3

De opdrachtgever is tevens verplicht te vergoeden de schade die de adviseur lijdt als gevolg van de onderbreking en/of de vertraging, onverminderd de gehoudenheid van de adviseur die schade zoveel mogelijk te beperken.

4

Het bepaalde in artikel 55 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

8 Bepalingen van toepassing
op de opzegging van de opdracht

Artikel 21                                      1

Wijze van opzeggen                                   De opdracht wordt opgezegd door een aan de wederpartij gerichte

schriftelijke mededeling, waarin ten minste de grond van de opzegging dient te worden vermeld alsmede de datum waarop de opzegging ingaat. 2

Vermeldt de mededeling geen grond, dan wordt de opdracht geacht te zijn opgezegd volgens het bepaalde in artikel 24.

Artikel 22                 Buiten de in deze regeling geregelde opzeggingsgronden is ontbinding van Limitatieve regeling                       de tussen partijen gesloten opdracht uitgesloten, tenzij de opdrachtgever opzeggingsgronden                      een consument is.

Artikel 23            Na de opzegging van de opdracht is ieder der partijen verplicht de Algemene verplichtingen van gerechtvaardigde belangen van de wederpartij in acht te nemen. partijen na opzegging van

de opdracht

9 Opzegging van de opdracht
 

Artikel 24                            Partijen hebben ieder het recht de opdracht zonder grond op te zeggen.

Opzegging van de opdracht zonder grond
 

Artikel 25                          Gronden voor opzegging van de opdracht zijn:

Gronden voor opzegging                                       – vertraging en onderbreking;

van de opdracht                                       – toerekenbaar tekortkomen;

–    overmacht;

–    onvermogen;

–    wijziging van de rechts- of samenwerkingsvorm;

–    overlijden;

–    arbeidsongeschikt raken van de persoon als bedoeld in artikel 32.

Artikel 26                                     Is, gelet op alle van belang zijnde omstandigheden, de vertraging of

Vertraging en onderbreking                   onderbreking van de vervulling van de opdracht zodanig van aard en/of

duur dat nakoming van de opdracht in ongewijzigde vorm in redelijkheid niet is te vergen, dan hebben partijen ieder het recht de opdracht op deze grond op te zeggen.

Artikel 27                       1

Toerekenbaar tekortkomen                                      Is er sprake van een toerekenbare tekortkoming, dan is de wederpartij van

de partij aan wier kant de toerekenbare tekortkoming zich voordoet, bevoegd de opdracht op deze grond op te zeggen.

2

Aan laakbaar handelen van een partij worden dezelfde rechtsgevolgen verbonden als aan een toerekenbare tekortkoming van die partij.

3

Het recht op opzegging laat onverlet het bepaalde in Hoofdstuk 6.

Artikel 28                                      1

Overmacht Van overmacht in de zin van deze regeling is sprake indien een tekortkoming een partij niet kan worden toegerekend. Een tekortkoming kan een partij niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan haar schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt.

2

Van overmacht is tevens sprake, indien door feiten of omstandigheden, die niet aan een partij te wijten zijn, voortzetting van de opdracht in redelijkheid niet van haar gevergd kan worden.

Artikel 29                          Verkeert een partij in financieel onvermogen, of bestaan er andere goede

Onvermogen gronden om aan te nemen dat zij zal tekortschieten in de nakoming van haar verplichtingen, dan is de wederpartij bevoegd haar, haar bewindvoerder of curator schriftelijk en met opgave van de gronden te sommeren binnen een redelijke termijn schriftelijk te verklaren of deze in staat en bereid is om

de opdracht voort te zetten. De wederpartij is gerechtigd te verlangen dat genoegzame zekerheid wordt gesteld, indien de opdracht wordt voortgezet. Blijft binnen de gestelde termijn hetzij de gevraagde verklaring dan wel de verlangde zekerheid uit, dan is de wederpartij gerechtigd de opdracht op deze grond op te zeggen.


Artikel 30                       1

Wijziging rechts- of                              Onder wijziging van de rechts- of samenwerkingsvorm wordt verstaan:

samenwerkingsvorm                                   het besluit tot ontbinding van een rechtspersoon of het verlies van rechts-

persoonlijkheid, daaronder begrepen juridische fusie, en het besluit tot ontbinding van een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap of een maatschap.

2

Doet zich ten aanzien van een partij een omstandigheid als bedoeld in lid 1 voor, dan is de wederpartij bevoegd de opdracht op die grond op te zeggen indien aan die omstandigheid door haar een redelijk belang te ontlenen is.

Artikel 31                                      1

Overlijden                                   De opdracht eindigt niet door het overlijden van een der partijen.

2

De erfgenamen of rechtverkrijgenden van de overledene wijzen op verlan- gen van de wederpartij binnen een daarbij te stellen redelijke termijn een van hen of een derde aan om hen, in alle zaken de opdracht betreffende, te vertegenwoordigen.

3

Het bepaalde in artikel 29 is van overeenkomstige toepassing. 4

Het overlijden van een der partijen geeft de wederpartij en de erfgenamen of rechtverkrijgenden van de overledene de bevoegdheid de opdracht op te zeggen.

Artikel 32                       Heeft de opdrachtgever bedongen dat de vervulling van de opdracht in het Arbeidsongeschikt raken van                 bijzonder wordt toevertrouwd aan een bepaalde persoon en doet zich te een bepaalde persoon                        diens aanzien de omstandigheid voor als bedoeld in artikel 31 of wordt deze

arbeidsongeschikt, dan is het bepaalde in artikel 31 van overeenkomstige toepassing.

10 Gevolgen van de opzegging van de opdracht
Artikel 33                       1

Betalingsverplichting na                     Heeft de opdrachtgever de opdracht zonder grond opgezegd, dan is de opzegging zonder grond door       opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur, naar de stand van de opdrachtgever                          de werkzaamheden ten tijde van het moment dat de opzegging volgens het

bepaalde in artikel 21 in werking treedt, te betalen: 1a

het honorarium;

1b

de bijkomende kosten; 1c

de toezichtskosten;

1d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit ver- plichtingen die de adviseur ten tijde van de opzegging reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.

2

De opdrachtgever, behoudens indien hij een consument is, is bovendien ver- plicht te betalen 10% van het resterende deel van de advieskosten, die de op- drachtgever verschuldigd zou zijn bij de volledige vervulling van de opdracht. 3

Leidt het bepaalde in lid 2 tot gevolgen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, dan kan daarvan worden afgeweken.

Artikel 34                                      1

Rechten op het advies na                               Heeft de opdrachtgever de opdracht zonder grond opgezegd, dan mag de

opzegging zonder grond door                 opdrachtgever het advies van de adviseur slechts (laten) gebruiken na

de opdrachtgever                  voorafgaande, schriftelijke toestemming van de adviseur.

2

Aan zijn toestemming kan de adviseur voorwaarden verbinden, daaronder begrepen de betaling van een geldelijke vergoeding en het recht om erop toe te zien dat het advies volgens zijn bedoeling wordt gebruikt.

3

De opdrachtgever heeft het recht zonder toestemming van de adviseur het advies te (laten) gebruiken indien ten tijde van de opzegging met de uit- voering van het object een aanvang is gemaakt. Het bepaalde in lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

4

Voor zover het bepaalde in dit artikel daarop geen inbreuk maakt, blijven de rechten van de adviseur op het advies overigens onverlet.

Artikel 35                                      1

Betalingsverplichting na                     Heeft de adviseur de opdracht zonder grond opgezegd, dan is de opzegging zonder grond door       opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur naar de stand van de adviseur                          de werkzaamheden ten tijde van het moment dat de opzegging volgens het

bepaalde in artikel 21 in werking treedt, te betalen:

1a

het honorarium;

1b

de bijkomende kosten; 1c

de toezichtskosten;

1d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit verplichtingen die de adviseur reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.


2

De betalingsverplichting van de opdrachtgever volgens het bepaalde in lid 1 strekt niet verder dan voor zover de werkzaamheden voor de opdrachtgever van nut zijn.

3

De opdrachtgever is bevoegd 10% in mindering te brengen op het bedrag dat hij op grond van het bepaalde in lid 2 verplicht is aan de adviseur te betalen.

4

Leidt het bepaalde in lid 3 tot gevolgen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, dan kan daarvan worden afgeweken.

Artikel 36                       1

Rechten op het advies na                   Heeft de adviseur de opdracht zonder grond opgezegd, dan heeft de opzegging zonder grond     opdrachtgever het recht zonder tussenkomst of toestemming van de door de adviseur              adviseur diens advies te (laten) gebruiken, tenzij redelijke belangen van de

adviseur zich daartegen verzetten. 2

De opdrachtgever is voor dat gebruik geen vergoeding voor de rechten van de adviseur op het advies verschuldigd.

3

Voor zover het bepaalde in dit artikel daarop geen inbreuk maakt, blijven de rechten van de adviseur op het advies overigens onverlet.

Artikel 37                                      1

Betalingsverplichting na                       Heeft de opdrachtgever de opdracht opgezegd op een grond die bij de opzegging door de                   adviseur is gelegen, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de opdrachtgever op een grond                   adviseur naar de stand van de werkzaamheden ten tijde van het moment dat gelegen bij de adviseur                            de opzegging volgens het bepaalde in artikel 21 in werking treedt, te betalen:

1a

het honorarium;

1b

de bijkomende kosten; 1c

de toezichtskosten;

1d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit ver- plichtingen die de adviseur ten tijde van de opzegging reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.

2

De betalingsverplichting van de opdrachtgever volgens het bepaalde in lid 1 strekt niet verder dan voor zover de werkzaamheden voor de opdrachtge- ver van nut zijn.

3

De opdrachtgever is bevoegd 10% in mindering te brengen op het bedrag dat hij op grond van het bepaalde in lid 2 verplicht is aan de adviseur te betalen.

4

Het bepaalde in lid 3 is niet van toepassing indien wordt opgezegd op grond van artikel 30 of 31.

5

Leidt het bepaalde in lid 3 tot gevolgen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, dan kan daarvan worden afgeweken.


Artikel 38                       1

Rechten op het advies na                         Heeft de opdrachtgever de opdracht opgezegd op een grond die gelegen is opzegging door de                              bij de adviseur, dan heeft de opdrachtgever het recht zonder tussenkomst of opdrachtgever op een grond              toestemming van de adviseur diens advies te (laten) gebruiken, tenzij redelijke gelegen bij de adviseur                    belangen van de adviseur zich daartegen verzetten.

2

De opdrachtgever is voor dat gebruik geen vergoeding voor de rechten van de adviseur op het advies verschuldigd.

3

Voor zover het bepaalde in dit artikel daarop geen inbreuk maakt, blijven de rechten van de adviseur op het advies overigens onverlet.

Artikel 39                                      1

Betalingsverplichting na                       Heeft de opdrachtgever de opdracht opgezegd op een grond die bij hemzelf opzegging door de                             is gelegen, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur opdrachtgever op een grond                         naar stand van de werkzaamheden ten tijde van het moment dat de gelegen bij de opdrachtgever                opzegging volgens het bepaalde in artikel 21 in werking treedt, te betalen:

1a

het honorarium;

1b

de bijkomende kosten; 1c

de toezichtskosten;

1d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit verplichtingen die de adviseur ten tijde van de opzegging reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.

2

De opdrachtgever, behoudens indien hij een consument is, is bovendien verplicht te betalen 10% van het resterende deel van advieskosten, die de opdrachtgever verschuldigd zou zijn bij de volledige vervulling van de opdracht.

3

Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing indien wordt opgezegd op grond van artikel 28 of 31.

4

Leidt het bepaalde in lid 2 tot gevolgen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, dan kan daarvan worden afgeweken.

Artikel 40                                      1

Rechten op het advies na                       Heeft de opdrachtgever de opdracht opgezegd op een grond die bij hemzelf opzegging door de                    gelegen is, dan mag de opdrachtgever het advies van de adviseur slechts opdrachtgever op een grond                      (laten) gebruiken na voorafgaande, schriftelijke toestemming van de adviseur. gelegen bij de opdrachtgever                              2

Aan zijn toestemming kan de adviseur voorwaarden verbinden, daaronder begrepen de betaling van een geldelijke vergoeding en het recht om erop toe te zien dat het advies volgens zijn bedoeling wordt gebruikt.

3

De opdrachtgever heeft het recht zonder toestemming van de adviseur

het advies te (laten) gebruiken indien ten tijde van de opzegging met de uit- voering van het object een aanvang is gemaakt. Het bepaalde in lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

4

Voor zover het bepaalde in dit artikel daarop geen inbreuk maakt, blijven de rechten van de adviseur op het advies overigens onverlet.


Artikel 41                       1

Betalingsverplichting na                  Heeft de adviseur de opdracht opgezegd op een grond die bij de opzegging door de adviseur    opdrachtgever is gelegen, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie op een grond gelegen                     van de adviseur naar de stand van de werkzaamheden ten tijde van het bij de opdrachtgever             moment dat de opzegging volgens het bepaalde in artikel 21 in werking

treedt, te betalen:

1a

het honorarium;

1b

de bijkomende kosten; 1c

de toezichtskosten;

1d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit ver- plichtingen die de adviseur ten tijde van de opzegging reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.

2

De opdrachtgever, behoudens indien hij een consument is, is bovendien verplicht 10% van het resterende deel van de advieskosten te betalen, die verschuldigd zouden zijn bij de volledige vervulling van de opdracht.

3

Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing indien wordt opgezegd op grond van artikel 30 of 31.

4

Leidt het bepaalde in lid 2 tot gevolgen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, dan kan daarvan worden afgeweken.

Artikel 42                                      1

Rechten op het advies na                               Heeft de adviseur opgezegd op een grond die bij de opdrachtgever is

opzegging door de adviseur                            gelegen, dan mag de opdrachtgever het advies van de adviseur slechts

op een grond gelegen                              (laten) gebruiken na voorafgaande, schriftelijke toestemming van de adviseur.

bij de opdrachtgever                                      2
Aan zijn toestemming kan de adviseur voorwaarden verbinden, waaronder begrepen de betaling van een geldelijke vergoeding en het recht om erop toe te zien dat het advies volgens zijn bedoeling wordt gebruikt.

3

De opdrachtgever heeft het recht zonder toestemming van de adviseur het advies te (laten) gebruiken indien ten tijde van de opzegging met de uit- voering van het object een aanvang is gemaakt. Het bepaalde in lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

4

Voor zover het bepaalde in dit artikel daarop geen inbreuk maakt, blijven de rechten blijft recht van de adviseur op het advies overigens onverlet.

Artikel 43                                      1

Betalingsverplichting na                        Heeft de adviseur de opdracht opgezegd op een grond die bij hemzelf is opzegging door de adviseur                    gelegen, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur naar op een grond gelegen                             de stand van de werkzaamheden ten tijde van het moment dat de opzegging bij de adviseur                     volgens het bepaalde in artikel 21 in werking treedt te betalen:

1a

het honorarium;

1b

de bijkomende kosten;


1c

de toezichtskosten;

1d

alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten, voortvloeiend uit verplichtingen die de adviseur ten tijde van de opzegging reeds is aangegaan met het oog op de verdere vervulling van de opdracht.

2

De betalingsverplichting van de opdrachtgever volgens het bepaalde in lid 1 strekt niet verder dan voor zover de werkzaamheden voor de opdrachtgever van nut zijn.

3

De opdrachtgever is bevoegd 10% in mindering te brengen op het bedrag dat hij op grond van het bepaalde in lid 2 verplicht is aan de adviseur te betalen. 4

Het bepaalde in de leden 2 en 3 is niet van toepassing indien wordt opgezegd op grond van artikel 28 of 31.

5

Leidt het bepaalde in lid 3 tot gevolgen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, dan kan daarvan worden afgeweken.

Artikel 44                       1

Rechten op het advies na                 Heeft de adviseur de opdracht opgezegd op een grond die bij hemzelf is opzegging door de adviseur             gelegen, dan heeft de opdrachtgever het recht zonder tussenkomst of op een grond gelegen     toestemming van de adviseur diens advies te (laten) gebruiken, tenzij

bij de adviseur                           redelijke belangen van de adviseur zich daartegen verzetten.

2

De opdrachtgever is voor dat gebruik geen vergoeding voor de rechten van de adviseur op het advies verschuldigd.

3

Voor zover het bepaalde in dit artikel daarop geen inbreuk maakt, blijven de rechten van de adviseur op het advies overigens onverlet.

11 Eigendom en gebruik van documenten – rechten van de adviseur op het advies
 

Artikel 45                                   De door de adviseur aan de opdrachtgever afgegeven documenten

Eigendom van documenten                            worden eigendom van de opdrachtgever en mogen door hem voor dit

project worden gebruikt met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van de intellectuele eigendom, nadat de opdrachtgever aan zijn financiële verplichtingen jegens de adviseur heeft voldaan.

Artikel 46                       1

Rechten van de adviseur                                   De adviseur, of diens rechtverkrijgende(n) heeft het uitsluitend recht tot

op het advies openbaarmaking, verwezenlijking en verveelvoudiging van zijn ontwerpen, tekeningen, schetsen, foto’s en alle andere afbeeldingen van zijn ontwerp, van maquettes en modellen alsmede van alle andere voorwerpen of infor- matiedragers die van zijn ontwerp een afbeelding of voorstelling vormen, of die zijn bedoeld in de Auteurswet 1912 of in het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom inzake merken, tekeningen of modellen.

2

De adviseur behoudt ook nadat hij toestemming heeft verleend tot verwe- zenlijking, openbaarmaking of verveelvoudiging van zijn werk de volgende rechten:

2a

het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van het werk zonder vermelding van zijn naam of andere aanduiding als maker, tenzij het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid;

2b

het recht zich te verzetten tegen de openbaarmaking van het werk onder een andere naam dan de zijne, alsmede tegen het aanbrengen van enige wij- ziging in de benaming van het werk of in de aanduiding van de maker, voor zover deze op of in het werk voorkomen, dan wel in verband daarmede zijn openbaar gemaakt;

2c

het recht zich te verzetten tegen elke andere wijziging in het werk, tenzij deze wijziging van zodanige aard is, dat het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid;

2d

het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de goede naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid.

3

Onverminderd het ter zake bepaalde in de Auteurswet 1912 heeft de adviseur als enige het recht om van het uitwendige en inwendige van een naar zijn ontwerp verwezenlijkt object foto’s of andere afbeeldingen te maken en deze te verveelvoudigen en openbaar te maken, doch hij behoeft de toestemming van de opdrachtgever voor het openbaar maken van foto’s of andere afbeeldingen die het inwendige van het object tonen na ingebruik- neming. Aan zijn toestemming kan de opdrachtgever voorwaarden verbinden. 4

De adviseur geldt in de zin van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom inzake merken, tekeningen of modellen als de ontwerper van de tekeningen en modellen die hij in het kader van de opdracht heeft vervaar- digd. De adviseur heeft bij uitsluiting het recht deze tekeningen en modellen te deponeren bij het in dat Verdrag bedoelde Bureau. Het ten aanzien van de rechten van de adviseur op het advies bepaalde is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de aan zo’n depot te ontlenen rechten.

4a

De adviseur is verplicht om naar zijn mening voor octrooiverlening vatbare vindingen, ontstaan tijdens en door de uitvoering van de opdracht, onverwijld onder de aandacht van de opdrachtgever te brengen.


4b

Indien een zodanige vinding is ontstaan door uitwisseling van kennis tussen de opdrachtgever en de adviseur, heeft de opdrachtgever het recht op zijn naam en voor zijn rekening octrooi op die vinding aan te vragen. De opdrachtgever stelt de adviseur van zijn besluit daartoe onverwijld in kennis. De adviseur is desgevraagd verplicht de opdrachtgever bij de behandeling van de aanvraag assistentie te verlenen. De daaruit voor de adviseur voortvloeiende werk- zaamheden zullen in onderling overleg worden vergoed.

4c

Als de opdrachtgever een octrooi als bedoeld in dit lid verkrijgt, verleent hij om niet aan de adviseur een in beginsel niet overdraagbare licentie op die vinding. Bij concrete toepassing van de licentie zal de adviseur toestemming aan de opdrachtgever vragen, welke toestemming slechts geweigerd kan worden indien de opdrachtgever tegenstrijdige belangen met zijn bedrijf kan aantonen.

4d

Indien de opdrachtgever van het in dit lid onder b genoemde recht geen gebruik maakt, heeft de adviseur het recht op zijn naam en voor zijn rekening octrooi voor die vinding aan te vragen. De adviseur stelt de opdrachtgever van zijn besluit daartoe onverwijld in kennis.

4e

Als de adviseur een octrooi als bedoeld in het bepaalde sub d verkrijgt, verleent hij om niet aan de opdrachtgever een in beginsel niet overdraagbare licentie deze vinding in de huidige bedrijfsvoering van de opdrachtgever toe te passen.

Artikel 47                       1

De uitvoering van het object                                   De opdrachtgever is verplicht het object overeenkomstig het advies en de

bedoeling van de adviseur uit te (laten) voeren. De opdrachtgever stelt de adviseur in de gelegenheid zich ervan te vergewissen dat de uitvoering van het object geschiedt in overeenstemming met zijn advies en bedoeling. De opdrachtgever wijkt niet af van het advies en de bedoeling dan na overleg met de adviseur.

2

Indien partijen omtrent de werkzaamheden van de adviseur in verband met het in lid 1 bedoelde overleg niets zijn overeengekomen, is de opdrachtgever in voorkomende gevallen afzonderlijk advieskosten aan de adviseur verschul- digd, die in onderling overleg worden vastgesteld.

Artikel 48                       1

Recht van herhaling van                                   De adviseur heeft het recht zijn advies te herhalen, voor zover redelijke

het advies belangen van een eerdere opdrachtgever zich niet daartegen verzetten en niet dan nadat de adviseur met de eerdere opdrachtgever overleg heeft gepleegd.

2

Het is de opdrachtgever niet toegestaan het advies geheel dan wel gedeeltelijk nogmaals te gebruiken zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de adviseur.

3

In geval van het geheel dan wel gedeeltelijk nogmaals gebruiken van het advies door de opdrachtgever komen partijen in overleg de vergoeding overeen, waarbij rekening wordt gehouden met de aan de adviseur toekomende vergoeding voor de rechten op het advies.

12  Financiële bepalingen
 

Artikel 49                       1

Algemene bepalingen                                   De opdracht-administratie van de adviseur is zodanig ingericht, dat de te

declareren advieskosten kunnen worden vastgesteld aan de hand van aan die administratie te ontlenen gegevens.

2

De opdrachtgever is bevoegd voor zijn rekening de opdracht-administratie van de adviseur door een externe accountant aan een onderzoek te laten onderwerpen, dit uitsluitend voor zover dit onderzoek dient om de juistheid van de advieskosten vast te stellen. De kosten van dit onderzoek worden gedragen door de partij die naar aanleiding van dit onderzoek in het ongelijk is gesteld.

3

In de tussen partijen overeengekomen bedragen en in de in deze regeling genoemde bedragen is de omzetbelasting niet begrepen. De opdrachtgever vergoedt de door de adviseur ter zake van de opdracht verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 50                                      1

Advieskosten De advieskosten bestaan uit het honorarium, de toezichtskosten en de bijkomende kosten.

2

Het honorarium is de vergoeding die de adviseur toekomt voor diens werkzaamheden.

3

Toezichtskosten zijn kosten die de adviseur voor het toezicht op de uitvoering van het object maakt.

4

Tot de bijkomende kosten behoren ondermeer:

4a

de ten behoeve van de opdracht gemaakte reis- en verblijfskosten; 4b

de kosten samenhangend met het keuren van materialen, constructies en installaties, alsmede de kosten samenhangend met andere eenvoudige beproevingen of analyses;

4c

de kosten van het gebruik van instrumenten die door de adviseur bij metingen en proefnemingen ter beschikking worden gesteld;

4d

de kosten van het vermenigvuldigen van overeenkomsten, bestekken, tekeningen, berekeningen, rapporten e.d. door middel van lichtdrukken, fotokopiëren, plotten, printen of anderszins;

4e

de kosten gemoeid met het maken van foto’s, maquettes, perspectieven en andere presentaties, indien deze door de opdrachtgever of door een overheidsinstantie worden verlangd;

4f

de kosten van telecommunicatie, porti en aankondigingen per advertentie; 4g

registratie, kadastrale kosten en andere verschotten; 4h

kosten gemaakt bij de aanbesteding of aanwijzing; 4i

kosten gemaakt bij het aangaan van contracten en het uitbrengen van deurwaardersexploten, legeskosten, vertaalkosten e.d.


Artikel 51                       1

Bepaling van advieskosten                                  Het honorarium wordt voorafgaand aan de totstandkoming van de

opdracht naar keuze van partijen schriftelijk vastgesteld op een van de hieronder vermelde wijzen of een combinatie daarvan:

1a

als percentage van de uitvoeringskosten; 1b

op grondslag van de tijd besteed aan de vervulling van de opdracht; 1c

een tussen partijen overeengekomen vast bedrag; 1d

naar enige andere, tussen partijen overeengekomen maatstaf. 2

De toezichtskosten worden voorafgaand aan de totstandkoming van de opdracht naar keuze van partijen schriftelijk vastgesteld op een van de hier- onder vermelde wijzen of een combinatie daarvan:

2a

als percentage van de uitvoeringskosten; 2b

op grondslag van de tijd besteed aan het toezicht; 2c

een tussen partijen overeengekomen vast bedrag; 2d

naar enige andere, tussen partijen overeengekomen maatstaf. 3

De bijkomende kosten worden voorafgaand aan de totstandkoming van de opdracht naar keuze van partijen schriftelijk vastgesteld op een van de hieronder vermelde wijzen of een combinatie daarvan:

3a

als percentage van de uitvoeringskosten; 3b

naar de werkelijk gemaakte kosten; 3c

een tussen partijen overeengekomen vast bedrag; 3d

als percentage van het honorarium; 3e

naar enige andere, tussen partijen overeengekomen maatstaf.

Artikel 52                                      1

Berekening als een percentage                                  Het percentage van de uitvoeringskosten aan de hand waarvan de

van de uitvoeringskosten                    advieskosten worden bepaald, wordt voorafgaand aan de opdracht

overeengekomen.

2

In de fasen voorafgaand aan de fase van prijs- en contractvorming, wordt ten behoeve van het berekenen van de advieskosten gebruik gemaakt van een door de adviseur gemaakte en bij die fasen behorende raming van

de uitvoeringskosten, dan wel – indien de raming door een andere partij wordt opgesteld – van die raming, mits deze door de adviseur na controle is aanvaard. De definitieve advieskosten worden bepaald zodra de begroting behorend bij de fase technisch ontwerp/bestek is gemaakt en door de opdrachtgever goedgekeurd.


3

Vanaf de fase prijs- en contractvorming wordt ten behoeve van het berekenen van de advieskosten bij de uitvoering van het object, gebruik gemaakt van de definitieve uitvoeringskosten, opgesteld aan de hand van de kosten van de aan de uitvoerende bedrijven opgedragen uitvoeringswerk- zaamheden vermeerderd met het saldo van meer- en minderwerk.

4

De opdrachtgever verstrekt de adviseur ter zake van de uitvoerings- kosten de nodige gegevens ten behoeve van het juist berekenen van de advieskosten.

5

Tot de uitvoeringskosten worden mede gerekend de waarde van de door of vanwege de opdrachtgever te leveren of ter beschikking te stellen materialen en onderdelen van het werk, alsmede de overige kosten, welke gemoeid zijn met deze leveringen of terbeschikkingstellingen.

6

Tot de uitvoeringskosten als grondslag voor de advieskosten worden mede gerekend het saldo van de verrekening van wijzigingen van lonen en sociale lasten en van wijzigingen van prijzen, huren en vrachten of, indien deze ver- rekening door betaling van een afkoopsom is uitgesloten, deze afkoopsom. 7

Wordt het object niet uitgevoerd, of eindigt de opdracht voordien door opzegging, dan worden de uitvoeringskosten als grondslag voor de advieskosten met inachtneming van het bepaalde in lid 1 definitief

vastgesteld naar het bij het tot stand komen van de opdracht tussen partijen overeengekomen bedrag aan uitvoeringskosten of, bij gebreke daarvan, naar de laatste raming of begroting van de adviseur, dan wel – indien de raming

of begroting door een andere partij wordt opgesteld – van die raming of begroting, mits deze door de adviseur na controle is aanvaard.

Artikel 53                       1

Berekening op grondslag                            Partijen komen voorafgaand aan de totstandkoming van de opdracht het in

van bestede tijd rekening te brengen tarief per tijdseenheid voor bij het project betrokken functiegroepen of medewerkers schriftelijk overeen. Indien is vastgesteld dat het tarief voor een bepaalde periode geldt, overlegt de adviseur tijdig met de opdrachtgever over een wijziging van het tarief na die periode.

2

Onder bestede tijd wordt verstaan het totaal van alle uren die zijn besteed aan het vervullen van de opdracht en de reistijd die voor de vervulling van de opdracht noodzakelijk is.

Artikel 54                       1

Vaststelling vast bedrag                   Advieskosten als vast bedrag worden bij het totstandkomen van de opdracht

schriftelijk overeengekomen. 2

Het vaste bedrag voor de advieskosten wordt geacht uitsluitend te dienen voor de vergoeding van de nauwkeurig in de opdracht vermelde omvang en duur van de werkzaamheden.

Artikel 55                       1

Advieskosten in geval van                                   De opdrachtgever is afzonderlijke advieskosten verschuldigd voor

aanpassingen en wijzigingen                       wijzigingen die de adviseur dient uit te voeren, voor zover deze niet het

gevolg zijn van een toerekenbare tekortkoming van de adviseur.

2

Indien de wijzigingen het gevolg zijn van een toerekenbare tekortkoming van de adviseur, is de opdrachtgever wel advieskosten verschuldigd voor zover aan deze advieskosten werkzaamheden ten grondslag lagen die ook bij een juiste vervulling van de opdracht noodzakelijk zouden zijn geweest.

3

Doen zich ten opzichte van de totstandkoming van de opdracht wijzigingen voor als genoemd in artikel 9 en artikel 20 en leiden deze tot een wijziging van de werkzaamheden van de adviseur, dan worden in overleg de advieskosten herzien.

Artikel 56                                      1

Betaling van advieskosten                                   De opdrachtgever betaalt de advieskosten op declaratie van de adviseur.

Opdrachtgever en adviseur komen bij de opdracht een betalingsschema in termijnen overeen. De adviseur declareert de advieskosten volgens het overeengekomen betalingsschema of, bij gebreke daarvan, in maandelijkse termijnen naar rato van de voortgang van de werkzaamheden.

2

De adviseur is gerechtigd een einddeclaratie in te dienen zodra zijn werkzaamheden zijn voltooid, dan wel op de dag waarop de opdracht volgens het bepaalde in artikel 21 is opgezegd.

3

De declaratie van de adviseur is gespecificeerd en wordt op verzoek van de opdrachtgever van de nodige bewijsstukken voorzien.

4

De opdrachtgever betaalt het gedeclareerde bedrag, voor zover niet anders is overeengekomen, binnen 30 dagen na de datum van de betreffende declaratie. 5

Indien de opdrachtgever de juistheid van een declaratie – of een gedeelte daarvan – betwist, is hij niettemin gehouden tot tijdig betalen van het niet betwiste gedeelte. Betwisting van een declaratie dient schriftelijk en binnen de betaaltermijn te geschieden. Blijkt de betwiste declaratie – of het betwiste gedeelte – alsnog verschuldigd, dan wordt de door de opdrachtgever verschuldigde wettelijke rente berekend vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk had behoren te geschieden.

6

Verricht de opdrachtgever de ingevolge de opdracht verschuldigde betaling niet tijdig en is de vertraging niet het gevolg van een aan de adviseur toe te rekenen omstandigheid, dan is de opdrachtgever zonder nadere ingebreke- stelling in verzuim en kan de adviseur aanspraak maken op vergoeding van rente tegen het wettelijk rentepercentage, met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste betalingsdag tot en met de dag waarop de opdrachtgever de declaratie heeft voldaan.

7

Vindt de betaling niet plaats binnen één maand na de dag waarop deze uiterlijk had behoren te geschieden, dan kan de adviseur aanspraak maken op vergoeding van rente tegen het wettelijk rentepercentage verhoogd met

drie procent met ingang van de dag waarop deze maand is verstreken, een en ander zonder nader herinneringsbericht of aanmaning van de adviseur.

8

Over de door de adviseur gevorderde rente wordt geen rente berekend. 9

Alle werkelijk door de adviseur gemaakte onkosten om tot voldoening van zijn declaratie te geraken, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke kosten, komen voor rekening van de opdrachtgever.

10

In afwijking van het in lid 9 bepaalde geldt dat voor opdrachten, waarbij een consument opdrachtgever is, de wettelijke regeling van de incassokosten van toepassing is.

13 Toepasselijk recht, geschillen en vaststelling
 

Artikel 57                                   Op de opdracht is Nederlands recht van toepassing.

Toepasselijk recht
Artikel 58                       1

Geschillen Verschillen van mening tussen opdrachtgever en adviseur worden zoveel mogelijk opgelost langs minnelijke weg, daaronder begrepen mediation. 2

Indien partijen in de opdracht hebben bepaald dat geschillenbeslechting plaatsvindt door middel van arbitrage, zullen alle geschillen – daaronder begrepen die, welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd – die tussen de opdrachtgever en de adviseur of hun rechtsopvolgers of rechtverkrijgenden ontstaan naar aanleiding van de opdracht beslecht worden – met uitsluiting van de gewone rechter – door arbitrage overeenkomstig het arbitragereglement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dat luidt op de dag waarop het geschil aanhangig wordt gemaakt.

3

Indien bij een in kracht van gewijsde gegaan rechterlijk vonnis een uitspraak van het scheidsgerecht geheel of gedeeltelijk nietig wordt verklaard, heeft ieder der partijen het recht het geschil, voor zover het dientengevolge onbeslist is gebleven, opnieuw overeenkomstig dit artikel te doen beslechten. De vordering vervalt, indien zij aanhangig wordt gemaakt later dan drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het rechterlijk vonnis. De- gene die als scheidsman of secretaris aan de nietig verklaarde uitspraak heeft meegewerkt, zal aan de nieuwe behandeling niet mogen meewerken.

4

In afwijking van het bepaalde in lid 2 staat het de eisende partij vrij een geschil dat valt binnen de competentie van de rechtbank, sector kanton, bij deze aanhangig te maken.

Artikel 59                                Deze eerste herziening van de Rechtsverhouding opdrachtgever – architect,

Vaststelling en depot                          ingenieur en adviseur DNR 2011, welke verkort wordt aangehaald als

‘DNR 2011’, is op 3 juli 2013 gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam onder nummer 56/2013.


Uitgave
BNA

Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Jollemanhof 14

Postbus 19606

1000 GP Amsterdam

T 020 555 36 66

bna@bna.nl www.bna.nl

NLingenieurs

Branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus Casuariestraat 11

Postbus 30442 2500 GK Den Haag T 070 314 1868

info@NLingenieurs.nl www.NLingenieurs.nl

Auteurs
Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, hoogleraar bouwrecht en directeur van het Instituut voor Bouwrecht, Den Haag

Vertegenwoordigers van BNA en NLingenieurs

Redactie
BNA, Amsterdam NLingenieurs, Den Haag

Marc Mijer, Ouderkerk aan de Amstel

Vormgeving
Reynoud Homan, Muiderberg Krista Kolkman, Duiven

Opmaak en druk
Drukkerij Zeeland, Zeeland

© BNA en NLingenieurs

Het staat gebruikers van de DNR 2011 vrij deze te gebruiken bij het aangaan van overeenkomsten.

Gewijzigde druk juli 2013 ISBN: 978-94-6228-189-9

Ons werk

Staal voor Opbouw

Herenhuis Amsterdam met uitbouw

De laatste hand – Uitbouw hout

Uitbouw & Opbouw Red Cedar

Elk project is weer een uitdaging om écht iets unieks neer te zetten

Bouwstenen van een geslaagd project

Een stevige fundering is het begin!
We bespreken graag alles in detail
Bouwkundige tekening
Contact form

Contactformulier

Vraag vrijblijvend een gesprek aan:

We komen geheel vrijblijvend langs voor een bezichtiging en offerte. Ons interne team van Architect, Constructeur en Technisch Bouwkundige staan voor jou klaar. Al je gegevens worden vertrouwelijk behandeld en nooit aan derden verstrekt. Wij verkrijgen 50% van onze opdrachten via positieve referenties van bestaande en oude klanten. We hebben tientallen referenties door heel Nederland.

We kijken er naar uit om ook jullie te helpen.

We komen graag vrijblijvend een kosteninschatting maken.
We nemen binnen 24 uur contact op:

Join the team

We zijn altijd op zoek naar vakmensen die kwaliteit hoog in het vaandel hebben staan.

www.gridon.nl - info@gridon.nl
tel: 06 234 935 60

Bedrijfsinformatie

Postadres
Adriaan Ditvoorsthof 9
1087 GX Amsterdam-IJburg

Kantooradres
Laan van Kronenburg 14
12e verdieping
1183 AS Amstelveen

Koninklijke Bouwend Nederland 922327
KvK 78563232
BTW NL861451193B01

Algemene Voorwaarden - Privacy Verklaring - Contact
© 2020 GRIDON B.V. - Specialist in Aanbouw, Uitbouw, Opbouw en Bijbouw